Doel van onderwijs?!

Wat moeten kinderen nú leren om straks een vliegende start te kunnen maken op de arbeidsmarkt? Welke kennis en vaardigheden hebben zij nodig om optimaal te kunnen functioneren in de samenleving van de toekomst? En hoe moeten we scholen inrichten om te zorgen dat kinderen dit ook daadwerkelijk leren?

Dit zijn de vragen die het Platform Onderwijs2032 zich stelt om in het najaar van 2015 een kabinetsadvies te kunnen leveren over het onderwijscurriculum van de toekomst. Hoe zinvol misschien ook, dit advies heeft maar een hele korte houdbaarheidsdatum. De vragen zijn namelijk gericht op een toekomst die voortdurend verandert. Als het Platform een duurzaam advies wil geven dient ze een veel belangrijkere vraag te stellen: wat zouden kinderen moeten leren onafhankelijk van hoe de toekomst eruit ziet om optimaal mens te kunnen zijn? Of, vertaald naar onderwijs, wat is het uiteindelijke doel van onderwijs? Het antwoord, zo zal ik laten zien, is eenvoudig: om gelukkig te zijn!

Is Platform Onderwijs2032 zonde van de tijd, energie en geld?
Al zolang ik lees, hoor en spreek over onderwijs staat voortdurend de inhoud & kwaliteit ter discussie. Leren leerlingen wel datgene wat ze nodig hebben voor de toekomst? Is de kwaliteit van het onderwijs wel in orde zodat ze dit ook daadwerkelijk (goed) leren? Ook het Platform, een initiatief van staatssecretaris Sander Dekker, stelt opnieuw dezelfde soort vragen.

Ook al heeft de Commissie-Dijsselbloem in 2008 geadviseerd om vooral niet voortdurend te vernieuwen en scholen voor te schrijven hoe ze het onderwijs dienen in te vullen, is dit wel wat ouders, overheden en allerlei andere organisaties steeds opnieuw proberen. De kans is groot dat ook het advies van Platform Onderwijs2032 scholen wederom een ‘nieuwe opdracht’ geven en er een heel circus van methodes, cursussen en leerinstrumenten ontstaat om deze te realiseren. Dit kost waanzinnig veel tijd, energie én geld. Volgens mij moeten we ons afvragen: is dat werkelijk goed besteed? En het antwoord is in mijn beleving: het meeste niet. Al zal ik even verderop ook laten zien dat het Platform dat het gesprek dat hierdoor op gang is gekomen ook in een positieve richting gestuurd kan worden.

De ‘onderwijsdialoog’ gaat over oppervlakkige vragen
Het probleem is eenvoudig: in de ‘dialoog’ (of, vaker, discussie waarin mensen niet naar elkaar luisteren) over onderwijs stellen mensen vragen over middelen en tijdelijke situaties. Ik noem dit ‘onderwijs aan de ‘oppervlakte’.

Laat ik dit uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Een mentorleerling van mij heeft dit schooljaar enorm geworsteld in VWO-5. Steeds als ze een opdracht moest inleveren of een toets moest maken liep ze vast. Alsof ze blokkeerde – er kwam “niets meer uit haar handen”. Zelfs voor het vak waar ze veel plezier in heeft (geschiedenis) én waar ze later in haar studie ook nog iets mee wil, lukte het haar alleen met veel moeite iets op papier te krijgen. Wat op papier kwam, was in haar beleving niet wat ze kon en vaak leverde het ook niet bijzonder hoge cijfers op (of soms zelfs serieuze onvoldoendes).

We kunnen nu allerlei verschillende vragen stellen: zit ze wel op het juiste niveau? Is haar vermogen tot plannen wel in orde? Of: is de didactische aanpak van de docent (geschiedenis) wel goed genoeg om haar goed te laten presteren? Antwoorden hierop gaan vervolgens over de ‘middelen’: misschien zou de docent met interactieve app’s moeten werken, digitale leerwegen kunnen ontwerpen of kan hij / zij meer aandacht besteden aan de uitleg in de les. Wellicht moet de school meer (en eerder) aandacht besteden aan het trainen van het vermogen om te plannen – naast allerlei andere ‘studievaardigheden’. Een reden waarom bij ons op school nu bijvoorbeeld StudyVision Online is ingevoerd (zonder al te veel succes overigens). Of, hadden we wellicht al eerder moeten constateren dat ze eigenlijk op de HAVO beter op haar plek is? Uiteindelijk zal de vraag zijn: (hoe) zorgen we dat deze leerling toch succesvol haar eindexamen VWO gaat halen?

Veel van de dagelijkse gesprekken op de werkvloer in het onderwijs, en ook daarbuiten over het onderwijs, gaan over deze vragen. Hoewel ze zeker niet onbelangrijk zijn, zijn het toch de oppervlakkige vragen. Het gaat over de ‘middelen’ om haar te laten slagen.

Het idee van Platform Onderwijs2032 is dat ze de fundamentele vragen stelt. Slagen is immers niet waar het écht om gaat: ze moet een waardevolle studie kiezen waarmee ze vervolgens succesvol kan zijn op de arbeidsmarkt en goed kan functioneren in de maatschappij. Dus krijgen we vragen als: dient het onderwijs wel georganiseerd te worden in verschillende niveaus? Welke studievaardigheden hebben leerlingen precies nodig? Moeten we ‘vakken’ afschaffen en scholen veel meer opbouwen rondom ‘leergebieden’ of ’thema’s?

Opnieuw zijn dit belangrijke vragen. En ze zijn fundamenteler dan de vragen die we eerder stelden. Alleen omdat deze vragen gericht zijn op de arbeidsmarkt en de onzekere toekomst van onze maatschappij, zijn ze nog steeds oppervlakkig. Welke banen er in 2032 zijn en welke kennis & vaardigheden je nodig hebt, verschilt immers van de situatie nu (2015) en de toekomst over 50 jaar (2065). Dat geldt ook voor ‘burgerschap’ – de samenleving nu is anders dan in 2032 en we hebben al helemaal geen zekerheid over hoe onze maatschappij er in 2065 uit zal zien.

Met andere woorden: als we school baseren op deze onzekere toekomst dan kan de invulling hiervan alleen maar een tijdelijk (en onzeker) karakter hebben. De ‘kennis & vaardigheden’ die zij nodig hebben voor hun werk en de samenleving zullen immers steeds veranderen. Scholen en het onderwijs dat zij bieden dus ook.

De fundamentele vraag luidt: Wat is het doel van onderwijs?
Dit onderwijs aan de oppervlakte vereist wel onze aandacht. Het is een belangrijke functie van een school: voorbereiden op de toekomstig studie, werk én kunnen functioneren in de maatschappij. Het is dus goed dat we deze vragen stellen. In die zin is het initiatief van de staatssecretaris positief. Het zet ons allemaal in beweging om steeds opnieuw de vraag te stellen of het onderwijs deze functie optimaal realiseert. En ja, we moeten blijven veranderen om dit voor elkaar te krijgen.

Toch kunnen we ons afvragen: Is het daadwerkelijk het ‘doel’ van onderwijs om te zorgen voor een juiste studiekeuze? Om bij te dragen aan een succesvolle carrière? Om zeker te stellen dat je als burger goed kunt functioneren in de samenleving?

Dit is de écht fundamentele vraag die we ons moeten stellen: Wat is het doel van onderwijs?

Onderwijs zou geluk als doel moeten hebben
We vergeten, denk ik, dat het onderwijs aan de oppervlakte slechts een middel is voor een dieper liggend doel. Mijn mentorleerling heeft het voor elkaar gekregen om voor alle vakken voldoendes te halen en gaat dus over naar VWO-6. Maar ‘overgaan’ is niet het ‘doel’. Komend schooljaar zal ze proberen om te slagen. Maar ook ‘slagen’ is niet het doel. Daarna komt ze voor een studiekeuze te staan, gaat ze de arbeidsmarkt op en zal ze als burger in deze wereld haar best doen om goed te functioneren. Maar ook deze zaken, zijn, zo lijkt mij, niet het werkelijke doel.

Wat is dan wél het doel? Als je het mij vraagt zijn alle bovengenoemde zaken middelen tot het meest fundamentele einddoel: geluk! Ieder mens, zo niet ieder levend organisme, op aarde is er uiteindelijk op uit om gelukkig te zijn. Geluk zou daarom het doel moeten zijn van ons onderwijs.

Of een school nu georganiseerd is rondom niveaus en leerjaren dan wel ‘persoonlijke leerwegen’. Of we nu les geven in vakken, leergebieden of vertrekken vanuit het idee van een ‘leergemeenschap’ waarin leerlingen hun eigen vragen onderzoeken. Of we nu gebruik maken van nieuwe technologie, innovatieve didactische benaderingen en creatieve projecten. Bij alles zou de uiteindelijke vraag moeten zijn: in hoeverre ontwikkel je hierdoor ook daadwerkelijk een gelukkig leven? Draagt het bij aan geluk? Realiseren we hiermee ook het fundamentele doel van ons onderwijs?

Geluk is de belangrijkste levensvaardigheid die we kunnen ontwikkelen
Vrijwel nooit krijg ik te horen van mensen dat geluk niet een belangrijk doel is in ons leven. De meesten zullen zelfs beamen dat dit het einddoel is voor ons allemaal.

Tegelijkertijd zeggen ze dat andere dingen hoger op de prioriteitenlijst staan: kennis, succes en materiële welvaart bijvoorbeeld. Vertaald naar onderwijs: het halen van een diploma op zo’n hoog mogelijk niveau om na de juiste studiekeuze een goede baan te kunnen vinden waarmee je veel geld kunt verdienen. Wat deze mensen eigenlijk zeggen is: geluk is (misschien) het einddoel, maar ik offer geluk op voor andere dingen. 

De reden waarom we dit doen is zeer uiteenlopend. Sommige mensen hebben misschien ten onrechte het idee dat deze andere dingen ‘fijner’ zijn (zoals ongezond voedsel ‘fijner’ is dan gezond voedsel). Of ze denken dat geluk maakt dat je lui en / of egoïstisch bent. Anderen zien geluk als iets waar je geen invloed op hebt dan wel wat tijdelijk van aard is. Al deze ideeën zijn misvattingen.

Geluk is een diepe vorm van voldoening die we uit het leven halen. En onderzoek laat steeds opnieuw zien dat gelukkige(re) mensen ook gezonder zijn, creatiever, productiever, vaker succes hebben, meer doen voor anderen, langer leven, socialer zijn en betere burgers in de samenleving. En, misschien wel het belangrijkste, geluk is een vaardigheid die je kunt ontwikkelen!

Opnieuw vertaald naar onderwijs betekent dit het volgende. Docenten én leerlingen offeren op dit moment hun geluk om in het huidige systeem te kunnen overleven. Een geluid dat ik steeds opnieuw hoor van veel collega’s én al mijn leerlingen: ‘als ik het maar haal’.
Een gelukkige(re) leerling én docent zullen beide plezier beleven aan wat ze doen en hier energie van krijgen (in plaats van dat het ze veel energie kost). School en alles wat daarin gebeurt wordt namelijk betekenisvol voor ze op het meest fundamentele niveau. En, nu komt het, ze zullen als gevolg ook nog eens makkelijker en beter de ‘oppervlakkige’ zaken weten te realiseren: kwalitatief zeer goed werk (en dus hogere cijfers), makkelijker richting het eindexamen, eerder de juiste studiekeuze, een baan die bij ze past en een leven in onze maatschappij dat hen voldoening geeft.

Een duurzame toekomst
Uiteraard, hier valt veel meer over te zeggen. En het resultaat zal niet (snel) zijn dat alle leerlingen gelukkig de school verlaten. Het is niet eens gezegd dat ze zich gelukkig zullen voelen en alles goed lukt op school. Bovendien is niet gegarandeerd dat ze na school gelukkig zullen zijn. En dan moeten we ons ook nog afvragen: wat is geluk precies? Het is immers een tamelijk abstracte vage term.

Maar de vragen die dit oproept zijn het meest fundamenteel. Hier zou onze onderwijsdialoog over moeten gaan: geluk! Wat is geluk? Hoe kun je geluk ontwikkelen? Wat betekent het voor de inrichting van ons onderwijs als we geluk als doel stellen? Welke gevolgen heeft dit voor ons curriculum? Hoe staat het als docent met mijn eigen geluk en op welke manier kan ik leerlingen ondersteunen in hun ontwikkeling van geluk én het geluk van de hele scholengemeenschap?

Deze laatste vraag wijst ons bovendien op iets essentieels. Gelukkigere mensen geven meer om én doen meer voor anderen. Ze zijn zeer betrokken bij het welzijn van hun directe naasten, maar ze delen ook eerder in hun welzijn & welvaart met anderen. En hun medeleven beperkt zich niet tot mensen, maar ook andere levende wezens en de natuur. Onderwijs dat daarom gericht is op geluk zorgt ook nog eens dat we bouwen aan een samenleving die duurzaam is. En dat is hard nodig!

Alleen een curriculum dat geluk heeft als doel is werkelijk toekomstbestendig. En nog steeds zullen we, als een soort ‘flexibele schil’ aandacht moeten besteden aan het ‘onderwijs aan de oppervlakte’. Om leerlingen te helpen om die kennis & vaardigheden te ontwikkelen die zij nodig hebben voor de arbeidsmarkt en de samenleving waar wij nu samen in leven, met oog voor de toekomst die voortdurend verandert.

Maar hoe de arbeidsmarkt en onze samenleving er ook uitziet. Of het nu 2015 is, 2032 of 2065. En ook al is het ontwikkelen van geluk een levenslange opdracht. Iedereen begrijpt: geluk is het einddoel. Van ons menselijke leven. En alles dat leeft. En daarom zou geluk ook het doel moeten zijn van waar we mee bezig zijn op scholen. Duurzaam onderwijs heeft daarom geluk als doel!

Geef een antwoord