Slaapproblemen is epidemie. Medicijn is einde prestatiecultuur!

Ongeveer een kwart van de Nederlanders heeft slaapproblemen. Dat bleek uit een gezondheidsenquête van het CBS. Dat is zorgwekkend, zo klinkt het in veel media. En dus komen experts aan het woord om ons te vertellen wat we kunnen doen. Vrijblijvend weliswaar, maar toch fijn. Hopelijk slapen we binnenkort beter, en over een week is iedereen dit nieuws vergeten. 

Maar wacht even. Een kwart? Dat is één op de vier mensen! Voor de meeste mensen met slaapproblemen gaat het niet om een week of twee. Velen hebben er al maanden of zelfs jaren last van. Dat is niet langer een tijdelijk verschijnsel. Dat is een epidemie! Hoe komt het dat er geen nationaal actieplan komt om dit te bestrijden? 

Sommige lezers zullen nu denken: omdat het geen ziekte is, en dus kan het ook geen epidemie zijn. Beide opvattingen zijn zeer twijfelachtig. Wat is een ziekte anders dan een verstoring van ons lichamelijke en mentale welzijn? En een epidemie is simpelweg een fenomeen dat langer dan twee weken duurt onder een groot deel van een populatie. Dit duurt al jaren, voor miljoenen mensen! Veertig procent van hen zegt zelfs dat het hun dagelijks functioneren belemmert. Dus waarom is het nog niet als een epidemische ziekte verklaard? 

De redenen zijn eenvoudig: iets als ziekte verklaren heeft gevolgen voor ons zorgsysteem – wie er verantwoordelijk is, wat verzekerd wordt, welk beleid er nodig is. Dit heeft enorme kosten tot gevolg. Huisartsen zijn ongetwijfeld zo vriendelijk mensen te helpen die komen omdat ze geen goede nachtrust hebben. Alleen het probleem blijft bij het individu. 

Met andere woorden: het is ons eigen probleem, niet dat van de samenleving. Laat staan van de overheid. Stel je voor dat de overheid, of een gezondheidsinstituut zich gaat bemoeien met ons slaapritme! En daarmee ook ons eetgedrag, hoeveel we bewegen, wat we doen met onze slaapkamer en zo meer. Want die hebben allemaal invloed op onze nachtrust. We moeten dit zelf doen, zo zeggen ook de experts. Dit is echter een misleidende manier van denken.

Als een kleine groep mensen ergens tijdelijk last van heeft, dan is het eerder een individueel probleem. Het is waar: als we een regelmatig ritme hebben in slapen, opstaan en eten; als we genoeg bewegen; en als we rustmomenten nemen, met name zonder scherm – dan zullen veel van ons aanzienlijk beter slapen. 

Alleen als een fenomeen langdurig is, dan is er een gedeeld patroon. Zeker als het ook nog eens een grote groep mensen betreft, dan is er een onderliggend probleem in de samenleving. De vraag is daarom niet óf we slecht slapen door een bepaald ‘systeem’ of ‘cultuur’ dat ons gedrag stuurt, maar wát voor ‘systeem’ of ‘cultuur’ hiervoor verantwoordelijk is. 

Het antwoord is weinig origineel en verrassend, maar daarmee niet minder waar: onze prestatiecultuur. De focus in onze wereld ligt op rendement en materiële welvaart. We menen dat we 24 uur per dag, 7 dagen per week moeten presteren, met name ten gunste van economische productiviteit. Als de economie groeit, dan gaat het goed met ons land. Nietwaar?

Het probleem beperkt zich niet tot slaapproblemen bij volwassenen. Jongeren lijden al langer onder de norm in onze samenleving dat ze op alle vlakken moeten presteren. Veel van hen slapen niet alleen slecht, of lopen een grote kans dat binnenkort te doen. De (mogelijk zelf slecht-slapende) ouders en leraren zien al langer burn-outs, depressies, te veel drank én risico op zelfdoding. Er is weinig ontspanning, en er valt weinig meer te lachen. Tenzij je lachgas gebruikt, maar iedereen weet inmiddels hoe tijdelijk die oplossing is. En melatonine maakt vooral de farmaceutische industrie heel blij. 

Bij volwassenen uit de negatieve kant van deze prestatiecultuur zich in slaapproblemen. Bij jongeren in de vorm van wat een collega en ik als prestatiepijn hebben geduid. In beide gevallen is het een onderliggende kwestie waar we samen een oplossing voor moeten zoeken. In Nederland blijven we ‘gewoon’ werken (als we werk hebben). Nog een reden waarom er geen nationaal actieplan komt. In Japan weten ze al langer dat voortdurend presteren ook je dood kan betekenen. 

Laat ik eerlijk en helder zijn. De kwestie is niet eenvoudig. Voor sommige lezers is het inderdaad een individuele kwestie. Er is inderdaad veel dat we zelf kunnen doen. Bovendien heeft een prestatiecultuur ook een positieve kant: als moeite doen voor iets dat werkelijk waardevol is: werk dat ons voldoening geeft; projecten die helpen om onze planeet te redden; liefde en aandacht voor mensen die ons dierbaar zijn. 

Maar één ding is duidelijk: onze wereld zorgt voor slapeloze nachten. Het is tijd de huidige cultuur te veranderen. Vanaf 8 uur in de ochtend, na een goed ontbijt. Tot 5 uur in de middag. Daarna kunnen we even ontspannen wandelen in de natuur, stoppen met kijken naar een beeldscherm en tijd doorbrengen met mensen om ons heen. Zo kunnen we niet alleen beter slapen en zorgen voor meer welzijn in onze samenleving. We zorgen ook dat onze generatie niet degene is die voor het laatst het licht uit doet. 

Geef een antwoord